Een tijdje geleden ontvingen we taalkundige en theatermaker Ben Verhoeven in de lezingenreeks van onze SciComm Academy. Het werd allesbehalve een klassieke lezing, waarin één iemand spreekt en de rest luistert. Volgens Ben hoort communicatie immers tweerichtingsverkeer te zijn. Hij zet daarom improvisatietechnieken in om lezingen interactief te maken. Hoe dan? We zetten de tien belangrijkste tips voor jou op een rijtje.

1.  Zeg niet ‘nee’, maar ‘ja en’ 

‘Ja en’ is de basishouding van elke improvisator. Je aanvaardt niet alleen wat je tegenspeler of het publiek voorstelt (ja), maar gaat er ook actief op in (ja en). Je bouwt verder op wat de andere zegt. Je denkt mee na op hetzelfde élan, stelt vragen, … 

Een ‘ja en’-houding kan wonderen doen om een lezing of les interactiever te maken. Komt er een vraag of opmerking uit het publiek? Bekijk dit dan niet als tijdverlies, maar ga er mee aan de slag.

 

2. Luister naar je publiek

Als goede improvisator merk je het als een sketch niet aanslaat bij het publiek. Je observeert de zaal en stuurt bij waar nodig.

Ook hier kan een wetenschapper veel van leren. Probeer te luisteren naar je doelpubliek en in te spelen op hun verlangens en noden. Dit betekent dat je tijdens het spreken moet openstaan voor verandering: als je publiek iets anders nodig blijkt te hebben, moet jij je inhoud durven aanpassen.  

 

3. Wees empathisch

Theatermakers geven personages vorm door zich in anderen in te leven. Ook voor geslaagde wetenschapscommunicatie is empathie enorm belangrijk. Stel jezelf de vraag: waar houdt jouw doelpubliek zich mee bezig? 

Tenzij je spreekt voor een zaal vol anatomen, begin je een lezing over gehoorverlies dus niet met een uitleg over de anatomie van het oor. Als je doelpubliek bestaat uit studenten, zou je wel kunnen vragen: hebben jullie wel eens een ‘tuut’ in de oren gehad, de ochtend na een nachtje stappen? Of als je spreekt voor ouderen: wie van jullie vindt het moeilijk om meerdere gesprekken tegelijk te volgen tijdens de feestdagen?  

Als je inspeelt op het referentiekader van jouw doelpubliek, ga je hen veel beter kunnen bereiken.

 

4. Communiceer zo laagdrempelig mogelijk

Communicatie met het publiek loopt niet altijd van een leien dakje. Elke onderzoeker of lesgever kent de volgende situatie: je stelt een vraag, maar er komt geen antwoord. Het blijft doodstil in de zaal.

Ook in impro komt dit veel voor. Daarom proberen improvisatoren de drempel om deel te nemen te verlagen. Het kan bijvoorbeeld helpen om je publiek op voorhand duidelijk te maken wat je van hen verwacht. Vraag dus niet: ‘is alles duidelijk?’ maar ‘willen jullie wuiven als alles duidelijk is?’ 

 

5. Falen mag

Niet elke sketch is goed. Zo gaat dat nu eenmaal in improvisatietheater.

Ook niet elke lezing moet de beste lezing ooit zijn. Niet elke les hoeft in het geheugen van de student gegrift. Dit betekent dat je dingen mag proberen, ook als die achteraf niet blijken te werken. Leg de lat niet te hoog, want dan wurg je jouw creativiteit.

 

6. Toon de mens achter de onderzoeker

Improvisatoren proberen personages te creëren waar mensen zich mee kunnen identificeren. Want als mensen zich aangesproken voelen, kan je hen echt raken en ontroeren. Mensen communiceren met mensen, niet met informatieverstrekkers. Wil je als wetenschapper echt communiceren met je publiek? Zorg er dan voor dat anderen zich in jou kunnen herkennen. Wees dus niet bang om persoonlijke anekdotes en ervaringen te gebruiken!

 

7. Humor is toegestaan

Lachen mag, ook als het over serieuze onderwerpen gaat. Probeer zware passages of te wisselen met lichtere: zo hou je de aandacht van je publiek bij jouw praatje. 

 

8. Podiumprésence

Als een goede improvisator voel je je als een vis in het water op het podium. Of je doet tenminste alsof dat zo is. 

Ook voor wetenschappers geldt: probeer vertrouwen uit te stralen op het podium. Zelfs als je (nog) geen vertrouwen hebt: fake it until you make it. Let op je houding: sta recht en fier. Spreek luid genoeg en articuleer. Vervang je serieuze blik door een glimlach.

 

9. Maak er een verhaal van

Mensen luisteren graag naar verhalen. Zou je jouw onderzoek ook niet kunnen vertellen als een verhaal, met een hoofdpersonage die iets nastreeft maar op obstakels stoot? Misschien ben je het hoofdpersonage zelf wel!

 

10. Plezier

Misschien is het belang van plezier wel de grootste les van improvisatietheater. Het zou stresserend kunnen zijn – je moet iets bedenken op een podium – maar eigenlijk is het vooral plezant. Hetzelfde klopt voor wetenschapscommunicatie. Vergeet er vooral niet van te genieten.